Helaas, je tijd is op
Rekenen op tijd
Doe je best. Je hebt 1 minuut voor 10 rekensommen die willekeurig worden gekozen uit de database van Oefenen.nu
1 / 10
9 x 5 = ?
9 x 5 = 45
2 / 10
6000 - 2000 = ?
6000 - 2000 = 4000
3 / 10
6400 - 2300 = ?
6400 - 2300 = 4100
4 / 10
10000 - 4000 = ?
10000 - 4000 = 6000
5 / 10
Oliver had 14 snoepjes, maar deelde er 5 uit aan zijn vrienden. Hoeveel snoepjes heeft Oliver nog?
14 - 5 = 9
6 / 10
7 x 9 = ?
7 x 9 = 63
7 / 10
Er waren 10 honden in het dierenasiel. 3 honden werden geadopteerd. Hoeveel honden wachten er nog op een nieuw thuis?
10 - 3 = 7
8 / 10
9000 - 3300 = ?
9000 - 3300 = 5700
9 / 10
5 x 4 = ?
5 x 4 = 20
10 / 10
In een doos zitten 20 krijtjes. Als het tijd is om op te ruimen, zitten er nog maar 11 krijtjes in de doos. Hoeveel krijtjes ontbreken er?
20 - 11 = 9
Your score is
Optellen tot 15
Optelsommen tot en met vijftien oefenen? Met deze meerkeuzevragen oefen je eenvoudig optellen tot en met vijftien. Kies het juiste antwoord en aan het einde zie je welke sommen je goed had en wat je nog kunt verbeteren.
1 / 20
1 + 1 = ?
1 + 1 = 2
2 / 20
6 + 3 = ?
6 + 3 = 9
3 / 20
3 + 7 = ?
3 + 7 = 10
4 / 20
7 + 2 = ?
7 + 2 = 9
5 / 20
4 + 5 = ?
4 + 5 = 9
6 / 20
3 + 4 = ?
3 + 4 = 7
7 / 20
1 + 6 = ?
1 + 6 = 7
8 / 20
8 + 2 = ?
8 + 2 = 10
9 / 20
7 + 6 = ?
7 + 6 = 13
10 / 20
6 + 1 = ?
6 + 1 = 7
11 / 20
8 + 4 = ?
8 + 4 = 12
12 / 20
2 + 4 = ?
2 + 4 = 6
13 / 20
6 + 7 = ?
6 + 7 = 13
14 / 20
4 + 4 = ?
4 + 4 = 8
15 / 20
6 + 2 = ?
6 + 2 = 8
16 / 20
3 + 6 = ?
3 + 6 = 9
17 / 20
1 + 2 = ?
1 + 2 = 3
18 / 20
1 + 3 = ?
1 + 3 = 4
19 / 20
1 + 7 = ?
1 + 7 = 8
20 / 20
7 + 5 = ?
7 + 5 = 12
Optellen tot 20
Optelsommen tot twintig oefenen? Met deze meerkeuzevragen oefen je eenvoudig optellen tot twintig. Kies het juiste antwoord en aan het einde zie je welke sommen je goed had en wat je nog kunt verbeteren.
5 + 6 = ?
5 + 6 = 11
9 + 9 = ?
9 + 9 = 18
2 + 8 = ?
2 + 8 = 10
9 + 1 = ?
9 + 1 = 10
9 + 3 = ?
9 + 3 = 12
3 + 10 = ?
3 + 10 = 13
5 + 7 = ?
5 + 7 = 12
10 + 5 = ?
10 + 5 = 15
3 + 11 = ?
3 + 11 = 14
7 + 7 = ?
7 + 7 = 14
8 + 6 = ?
8 + 6 = 14
9 + 4 = ?
9 + 4 = 13
8 + 7 = ?
8 + 7 = 15
2 + 11 = ?
2 + 11 = 13
5 + 8 = ?
5 + 8 = 13
7 + 3 = ?
7 + 3 = 10
9 + 5 = ?
9 + 5 = 14
Optellen met tientallen
In groep 4 leer je vaak met tientallen rekenen. Heb je moeite met het optellen van tientallen en wil je alvast wat sommen oefenen begin dan hier met oefenen. Kies het juiste antwoord uit de meerkeuze opties en aan het einde van de oefening zie je hoeveel vragen je goed had.
78 + 26 = ?
78 + 26 = 104
56 + 45 = ?
56 + 45 = 101
54 + 75 = ?
54 + 75 = 129
64 + 59 = ?
64 + 59 = 123
58 + 77 = ?
58 + 77 = 135
83 + 64 = ?
83 + 64 = 147
45 + 100 = ?
45 + 100 = 145
88 + 37 = ?
88 + 37 = 125
91 + 12 = ?
91 + 12 = 103
73 + 53 = ?
73 + 53 = 126
44 + 97 = ?
44 + 97 = 141
86 + 31 = ?
86 + 31 = 117
72 + 36 = ?
72 + 36 = 108
69 + 38 = ?
69 + 38 = 107
82 + 40 = ?
82 + 40 = 122
71 + 80 = ?
71 + 80 = 151
81 + 30 = ?
81 + 30 = 111
87 + 14 = ?
87 + 14 = 101
90 + 60 = ?
90 + 60 = 150
53 + 56 = ?
53 + 56 = 109
Optellen met honderdtallen
Als je het optellen met tientallen hier hebt geoefend kun je proberen om op te tellen met honderdtallen.
200 + 700 = ?
200 + 700 = 900
600 + 200 = ?
600 + 200 = 800
100 + 500 = ?
100 + 500 = 600
200 + 300 = ?
200 + 300 = 500
200 + 600 = ?
200 + 600 = 800
100 + 800 = ?
100 + 800 = 900
500 + 800 = ?
500 + 800 = 1300
700 + 800 = ?
700 + 800 = 1500
400 + 100 = ?
400 + 100 = 500
100 + 900 = ?
100 + 900 = 1000
200 + 800 = ?
200 + 800 = 1000
400 + 200 = ?
400 + 200 = 600
300 + 500 = ?
300 + 500 = 800
400 + 500 = ?
400 + 500 = 900
200 + 100 = ?
200 + 100 = 300
800 + 200 = ?
800 + 200 = 1000
700 + 100 = ?
700 + 100 = 800
300 + 100 = ?
300 + 100 = 400
500 + 100 = ?
500 + 100 = 600
300 + 600 = ?
300 + 600 = 900
Aftrekken onder de 10
Na het optellen kun je proberen om sommen te maken waarbij je kunt aftrekken. In deze oefening krijg je twintig sommen waarbij je getallen onder de tien van elkaar moet aftrekken. Aan het einde van de oefening krijg je de resultaten te zien.
8 - 3 = ?
8 - 3 = 5
8 - 4 = ?
8 - 4 = 4
8 - 6 = ?
8 - 6 = 2
7 - 3 = ?
7 - 3 = 4
8 - 2 = ?
8 - 2 = 6
5 - 4 = ?
5 - 4 = 1
5 - 2 = ?
5 - 2 = 3
5 - 3 = ?
5 - 3 = 2
9 - 2 = ?
9 - 2 = 7
9 - 5 = ?
9 - 5 = 4
7 - 5 = ?
7 - 5 = 2
6 - 3 = ?
6 - 3 = 3
3 - 1 = ?
3 - 1 = 2
4 - 1 = ?
4 - 1 = 3
7 - 1 = ?
7 - 1 = 6
9 - 8 = ?
9 - 8 = 1
6 - 2 = ?
6 - 2 = 4
6 - 5 = ?
6 - 5 = 1
7 - 6 = ?
7 - 6 = 1
Aftrekken onder de 100
Ben jij een rekenwonder? Probeer dan deze sommen waarbij je twee getallen van elkaar aftrekt. De resultaten van de oefening zie je nadat je alle sommen hebt gemaakt.
138 - 87 = ?
138 - 87 = 51
137 - 71 = ?
137 - 71 = 66
146 - 86 = ?
146 - 86 = 60
144 - 64 = ?
144 - 64 = 80
150 - 60 = ?
150 - 60 = 90
151 - 80 = ?
151 - 80 = 71
142 - 53 = ?
142 - 53 = 89
145 - 100 = ?
145 - 100 = 45
105 - 21 = ?
105 - 21 = 84
101 - 14 = ?
101 - 14 = 87
107 - 38 = ?
107 - 38 = 69
106 - 59 = ?
106 - 59 = 47
121 - 46 = ?
121 - 46 = 75
111 - 30 = ?
111 - 30 = 81
141 - 97 = ?
141 - 97 = 44
115 - 23 = ?
115 - 23 = 92
136 - 40 = ?
136 - 40 = 96
143 - 66 = ?
143 - 66 = 77
108 - 36 = ?
108 - 36 = 72
117 - 31 = ?
117 - 31 = 86
Tafel van 1
De makkelijkste tafel is waarschijnlijk de tafel van 1. Oefen hier de tafel van 1 en zie aan het einde van de oefening hoeveel sommen je goed had.
2 x 1 = ?
2 x 1 = 2
8 x 1 = ?
8 x 1 = 8
3 x 1 = ?
3 x 1 = 3
9 x 1 = ?
9 x 1 = 9
1 x 1 = ?
1 x 1 = 1
10 x 1 = ?
10 x 1 = 10
5 x 1 = ?
5 x 1 = 5
6 x 1 = ?
6 x 1 = 6
7 x 1 = ?
7 x 1 = 7
4 x 1 = ?
4 x 1 = 4
Tafel van 2
Heb je de tafel van 1 gemaakt en wil je door naar de volgende tafel? Start dan hier met een oefening om de tafel van twee te proberen. Aan het einde van de oefening zie je hoeveel sommen je goed had.
4 x 2 = ?
4 x 2 = 8
1 x 2 = ?
1 x 2 = 2
2 x 2 = ?
2 x 2 = 4
8 x 2 = ?
8 x 2 = 16
7 x 2 = ?
7 x 2 = 14
3 x 2 = ?
3 x 2 = 6
10 x 2 = ?
10 x 2 = 20
9 x 2 = ?
9 x 2 = 18
5 x 2 = ?
5 x 2 = 10
6 x 2 = ?
6 x 2 = 12
Tafel van 3
Klaar met de tafel van twee en zin om met de tafel van drie aan de slag te gaan? Oefen hier de tafel van drie en zie aan het einde van de oefening welke sommen je goed had en welke fout.
1 x 3 = ?
1 x 3 = 3
9 x 3 = ?
9 x 3 = 27
4 x 3 = ?
4 x 3 = 12
7 x 3 = ?
7 x 3 = 21
5 x 3 = ?
5 x 3 = 15
8 x 3 = ?
8 x 3 = 24
3 x 3 = ?
3 x 3 = 9
10 x 3 = ?
10 x 3 = 30
6 x 3 = ?
6 x 3 = 18
2 x 3 = ?
2 x 3 = 6
Tafel van 4
Start na de tafel van drie met de tafel van vier. Maak de tafel van vier en zie aan het einde van de oefening hoeveel sommen je goed gemaakt hebt.
Tafel van 5
Start hier met het oefenen van de tafel van 5. Aan het einde van de oefening zie je welke sommen je goed had en welke sommen nog wat extra aandacht kunnen gebruiken.
4 x 5 = ?
4 x 5 = 20
2 x 5 = ?
2 x 5 = 10
10 x 5 = ?
10 x 5 = 50
3 x 5 = ?
3 x 5 = 15
5 x 5 = ?
5 x 5 = 25
8 x 5 = ?
8 x 5 = 40
6 x 5 = ?
6 x 5 = 30
1 x 5 = ?
1 x 5 = 5
7 x 5 = ?
7 x 5 = 35
Tafel van 7
Begin hier met het oefenen van de tafel van zeven. Start de oefening en als je alle tien de vragen gehad hebt weet je welke sommen je goed had en welke sommen nog wat aandacht nodig hebben.
6 x 7 = ?
6 x 7 = 42
9 x 7 = ?
9 x 7 = 63
1 x 7 = ?
1 x 7 = 7
5 x 7 = ?
5 x 7 = 35
3 x 7 = ?
3 x 7 = 21
4 x 7 = ?
4 x 7 = 28
7 x 7 = ?
7 x 7 = 49
2 x 7 = ?
2 x 7 = 14
10 x 7 = ?
10 x 7 = 70
8 x 7 = ?
8 x 7 = 56
Tafel van 8
Begin met het oefenen van de tafel van acht. Start de oefening en krijg na de laatste vraag te zien of je de sommen goed gemaakt hebt.
6 x 8 = ?
6 x 8 = 48
8 x 8 = ?
8 x 8 = 64
9 x 8 = ?
9 x 8 = 72
7 x 8 = ?
7 x 8 = 56
4 x 8 = ?
4 x 8 = 32
3 x 8 = ?
3 x 8 = 24
1 x 8 = ?
1 x 8 = 8
10 x 8 = ?
10 x 8 = 80
5 x 8 = ?
5 x 8 = 40
2 x 8 = ?
2 x 8 = 16
Tafel van 9
Heb je de tafel van acht onder de knie? Start dan hier met een oefening om de tafel van 9 te oefenen. Nadat je antwoord hebt gegeven op je laatste som zie je welke sommen je goed had en welke fout.
10 x 9 = ?
10 x 9 = 90
9 x 9 = ?
9 x 9 = 81
8 x 9 = ?
8 x 9 = 72
1 x 9 = ?
1 x 9 = 9
6 x 9 = ?
6 x 9 = 54
4 x 9 = ?
4 x 9 = 36
3 x 9 = ?
3 x 9 = 27
5 x 9 = ?
5 x 9 = 45
2 x 9 = ?
2 x 9 = 18
Tafel van 10
Nadat je de tafel van negen hebt geleerd is het tijd voor de tafel van tien. Start hier de oefening en zie welke sommen met de tafel van tien je al weet of waar je nog wat hulp kunt gebruiken.
2 x 10 = ?
2 x 10 = 20
7 x 10 = ?
7 x 10 = 70
1 x 10 = ?
1 x 10 = 10
3 x 10 = ?
3 x 10 = 30
4 x 10 = ?
4 x 10 = 40
9 x 10 = ?
9 x 10 = 90
5 x 10 = ?
5 x 10 = 50
6 x 10 = ?
6 x 10 = 60
10 x 10 = ?
10 x 10 = 100
8 x 10 = ?
8 x 10 = 80
Tafel van 11
Oefen de tafel van 11 met deze oefening. Zodra je alle sommen gemaakt hebt zie je welke sommen je goed of fout gemaakt hebt.
3 x 11 = ?
3 x 11 = 33
7 x 11 = ?
7 x 11 = 77
4 x 11 = ?
4 x 11 = 44
8 x 11 = ?
8 x 11 = 88
1 x 11 = ?
1 x 11 = 11
5 x 11 = ?
5 x 11 = 55
9 x 11 = ?
9 x 11 = 99
2 x 11 = ?
2 x 11 = 22
10 x 11 = ?
10 x 11 = 110
6 x 11 = ?
6 x 11 = 66
Tafel van 12
Als je de tafel van elf gemaakt hebt is het tijd voor de tafel van twaalf. Maak de sommen en test je kennis voor deze tafel.
10 x 12 = ?
10 x 12 = 120
6 x 12 = ?
6 x 12 = 72
3 x 12 = ?
3 x 12 = 36
4 x 12 = ?
4 x 12 = 48
8 x 12 = ?
8 x 12 = 96
9 x 12 = ?
9 x 12 = 108
7 x 12 = ?
7 x 12 = 84
2 x 12 = ?
2 x 12 = 24
5 x 12 = ?
5 x 12 = 60
1 x 12 = ?
1 x 12 = 12
Tafel van 13
Deze oefening is om de tafel van dertien te oefenen. Maak de sommen en kijk waar je jezelf kunt verbeteren.
9 x 13 = ?
9 x 13 = 117
6 x 13 = ?
6 x 13 = 78
1 x 13 = ?
1 x 13 = 13
5 x 13 = ?
5 x 13 = 65
8 x 13 = ?
8 x 13 = 104
2 x 13 = ?
2 x 13 = 26
7 x 13 = ?
7 x 13 = 91
3 x 13 = ?
3 x 13 = 39
4 x 13 = ?
4 x 13 = 52
10 x 13 = ?
10 x 13 = 130
Tafel van 14
Na de tafel van dertien is het tijd voor de tafel van veertien. Oefen de tafel zoveel als je wilt.
6 x 14 = ?
6 x 14 = 84
3 x 14 = ?
3 x 14 = 42
7 x 14 = ?
7 x 14 = 98
10 x 14 = ?
10 x 14 = 140
8 x 14 = ?
8 x 14 = 112
4 x 14 = ?
4 x 14 = 56
5 x 14 = ?
5 x 14 = 70
2 x 14 = ?
2 x 14 = 28
9 x 14 = ?
9 x 14 = 126
1 x 14 = ?
1 x 14 = 14
Tafel van 15
Maak de tafel van vijftien en ontdek welke sommen je extra moet oefenen
1 x 15 = ?
1 x 15 = 15
8 x 15 = ?
8 x 15 = 120
3 x 15 = ?
3 x 15 = 45
4 x 15 = ?
4 x 15 = 60
6 x 15 = ?
6 x 15 = 90
9 x 15 = ?
9 x 15 = 135
2 x 15 = ?
2 x 15 = 30
10 x 15 = ?
10 x 15 = 150
7 x 15 = ?
7 x 15 = 105
5 x 15 = ?
5 x 15 = 75
Aftrekken met honderdtallen
Oefen sommen waarbij honderdtallen van elkaar worden afgetrokken. Aan het einde van de test zie je welke sommen je goed en welke sommen je fout hebt gemaakt.
800 - 300 = ?
800 - 300 = 500
500 - 400 = ?
500 - 400 = 100
800 - 400 = ?
800 - 400 = 400
600 - 200 = ?
600 - 200 = 400
800 - 700 = ?
800 - 700 = 100
300 - 100 = ?
300 - 100 = 200
900 - 200 = ?
900 - 200 = 700
900 - 400 = ?
900 - 400 = 500
400 - 100 = ?
400 - 100 = 300
500 - 300 = ?
500 - 300 = 200
600 - 300 = ?
600 - 300 = 300
600 - 100 = ?
600 - 100 = 500
700 - 600 = ?
700 - 600 = 100
500 - 200 = ?
500 - 200 = 300
800 - 200 = ?
800 - 200 = 600
800 - 600 = ?
800 - 600 = 200
400 - 200 = ?
400 - 200 = 200
500 - 100 = ?
500 - 100 = 400
Aftrekken met duizendtallen
Oefen hier sommen waarbij duizendtallen van elkaar worden afgetrokken. Is dit nog iets te moeilijk? Oefen hier sommen waarbij je honderdtallen van elkaar aftrekt.
9000 - 4000 = ?
9000 - 4000 = 5000
9000 - 5000 = ?
9000 - 5000 = 4000
7000 - 5000 = ?
7000 - 5000 = 2000
9000 - 6000 = ?
9000 - 6000 = 3000
7000 - 4000 = ?
7000 - 4000 = 3000
5000 - 3000 = ?
5000 - 3000 = 2000
7000 - 1000 = ?
7000 - 1000 = 6000
9000 - 8000 = ?
9000 - 8000 = 1000
8000 - 6000 = ?
8000 - 6000 = 2000
4000 - 1000 = ?
4000 - 1000 = 3000
10000 - 8000 = ?
10000 - 8000 = 2000
8000 - 5000 = ?
8000 - 5000 = 3000
10000 - 3000 = ?
10000 - 3000 = 7000
3000 - 1000 = ?
3000 - 1000 = 2000
9000 - 1000 = ?
9000 - 1000 = 8000
4000 - 3000 = ?
4000 - 3000 = 1000
8000 - 1000 = ?
8000 - 1000 = 7000
6000 - 5000 = ?
6000 - 5000 = 1000
Aftrekken met duizendtallen (gevorderd)
Ben je goed in het uitrekenen van sommen met duizendtallen? Probeer dan deze oefening die lastiger is omdat er ook honderdtallen zijn toegevoegd.
8700 - 5500 = ?
8700 - 5500 = 3200
9100 - 2100 = ?
9100 - 2100 = 7000
9300 - 4500 = ?
9300 - 4500 = 4800
9300 - 3600 = ?
9300 - 3600 = 5700
6900 - 5800 = ?
6900 - 5800 = 1100
9700 - 4100 = ?
9700 - 4100 = 5600
8800 - 4400 = ?
8800 - 4400 = 4400
9200 - 1100 = ?
9200 - 1100 = 8100
5700 - 1900 = ?
5700 - 1900 = 3800
6200 - 4200 = ?
6200 - 4200 = 2000
9200 - 5600 = ?
9200 - 5600 = 3600
9400 - 5200 = ?
9400 - 5200 = 4200
9500 - 4900 = ?
9500 - 4900 = 4600
9100 - 6000 = ?
9100 - 6000 = 3100
7600 - 2500 = ?
7600 - 2500 = 5100
6300 - 1600 = ?
6300 - 1600 = 4700
8900 - 4800 = ?
8900 - 4800 = 4100
9400 - 6400 = ?
9400 - 6400 = 3000
8300 - 2700 = ?
8300 - 2700 = 5600
Delen tot en met 10
Maak sommen waarbij je getallen tot en met tien gaat delen. Na de laatste som zie je de resultaten en kun je leren van mogelijke fouten.
9 ÷ 1 = ?
9 ÷ 1 = 9
10 ÷ 10 = ?
10 ÷ 10 = 1
6 ÷ 1 = ?
6 ÷ 1 = 6
10 ÷ 5 = ?
10 ÷ 5 = 2
3 ÷ 3 = ?
3 ÷ 3 = 1
4 ÷ 1 = ?
4 ÷ 1 = 4
2 ÷ 2 = ?
2 ÷ 2 = 1
8 ÷ 2 = ?
8 ÷ 2 = 4
6 ÷ 2 = ?
6 ÷ 2 = 3
3 ÷ 1 = ?
3 ÷ 1 = 3
8 ÷ 4 = ?
8 ÷ 4 = 2
8 ÷ 1 = ?
8 ÷ 1 = 8
6 ÷ 6 = ?
6 ÷ 6 = 1
7 ÷ 7 = ?
7 ÷ 7 = 1
10 ÷ 2 = ?
10 ÷ 2 = 5
8 ÷ 8 = ?
8 ÷ 8 = 1
Delen met tientallen
Oefen deelsommen waarbij je tientallen door elkaar deelt.
20 ÷ 20 = ?
20 ÷ 20 = 1
60 ÷ 60 = ?
60 ÷ 60 = 1
70 ÷ 10 = ?
70 ÷ 10 = 7
90 ÷ 10 = ?
90 ÷ 10 = 9
50 ÷ 10 = ?
50 ÷ 10 = 5
100 ÷ 10 = ?
100 ÷ 10 = 10
70 ÷ 70 = ?
70 ÷ 70 = 1
80 ÷ 20 = ?
80 ÷ 20 = 4
50 ÷ 50 = ?
50 ÷ 50 = 1
60 ÷ 10 = ?
60 ÷ 10 = 6
40 ÷ 40 = ?
40 ÷ 40 = 1
30 ÷ 30 = ?
30 ÷ 30 = 1
60 ÷ 30 = ?
60 ÷ 30 = 2
80 ÷ 10 = ?
80 ÷ 10 = 8
80 ÷ 80 = ?
80 ÷ 80 = 1
6 x 6 = ?
6 x 6 = 36
5800 - 5700 = ?
5800 - 5700 = 100
10 x 4 = ?
10 x 4 = 40
1000 ÷ 200 = ?
1000 ÷ 200 = 5
Op de tafel lagen 10 kleurpotloden. Nadat de les was afgelopen, bleven er maar 2 potloden over. Hoeveel potloden zijn er meegenomen?
10 - 2 = 8
Test
1 / 2
Matching
2 / 2
Dit is een test